de liefde maakt dorstig
- Elisabeth Bas Producties
Première in maart 2017, Theater a/h Spui
meer informatie
Iedereen heeft een moeder.
Ik heb een moeder.
Tenminste, er is een vrouw die mij 9 maanden bij zich gedragen heeft. Een vrouw die mij in een lege koffer legde bij gebrek aan wieg. Sindsdien is mijn moeder een ongrijpbare schim: aaneengeregen diagnoses, gesloten inrichtingen, onscherpe foto's en flinters verhalen. En toch zoek ik in haar ogen naar iets waarvan ik zelf niet weet wat het is. Einsteins definitie van gekte is: ‘Iedere keer hetzelfde doen in de hoop dat de uitkomst zal veranderen.’ Wie is hier nou gek?
In ‘De liefde maakt dorstig’ giet actrice Ellen van Rossum een moeder in de mal van haar verlangen, en neemt ons mee op een uitzonderlijk persoonlijke, mooie, bizarre, hilarische, schrijnende en vooral herkenbare zoektocht naar dat wat ‘moeder’ is.
'Mijn oma was mijn moeder en mijn opa voelde meer als mijn oma. Oh, en mijn oma was ook mijn vader, want mijn vader was er niet. Mijn moeder was er wel, maar niet bij mij. Een paar jaar later werd mijn tante mijn moeder. Mijn oma werd toen een soort tante. Mijn opa ging dood, mijn oma dus eigenlijk ook. Mijn oma kreeg toen een vriend, mijn stiefopa. Maar mijn stiefopa was meer een buurman.’
Ik heb een moeder.
Tenminste, er is een vrouw die mij 9 maanden bij zich gedragen heeft. Een vrouw die mij in een lege koffer legde bij gebrek aan wieg. Sindsdien is mijn moeder een ongrijpbare schim: aaneengeregen diagnoses, gesloten inrichtingen, onscherpe foto's en flinters verhalen. En toch zoek ik in haar ogen naar iets waarvan ik zelf niet weet wat het is. Einsteins definitie van gekte is: ‘Iedere keer hetzelfde doen in de hoop dat de uitkomst zal veranderen.’ Wie is hier nou gek?
In ‘De liefde maakt dorstig’ giet actrice Ellen van Rossum een moeder in de mal van haar verlangen, en neemt ons mee op een uitzonderlijk persoonlijke, mooie, bizarre, hilarische, schrijnende en vooral herkenbare zoektocht naar dat wat ‘moeder’ is.
'Mijn oma was mijn moeder en mijn opa voelde meer als mijn oma. Oh, en mijn oma was ook mijn vader, want mijn vader was er niet. Mijn moeder was er wel, maar niet bij mij. Een paar jaar later werd mijn tante mijn moeder. Mijn oma werd toen een soort tante. Mijn opa ging dood, mijn oma dus eigenlijk ook. Mijn oma kreeg toen een vriend, mijn stiefopa. Maar mijn stiefopa was meer een buurman.’